Exit

In de lesmethode Nederlands Station werken we met de taxonomie van Bloom. Deze taxonomie van Bloom onderscheidt zes verschillende kennisniveaus: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Vaak zal een leerling eerst een bepaald kennisniveau moeten beheersen, voordat hij/zij een volgend niveau goed aankan.

In Station werken we met deze taxonomie. Alle opgaven die we hebben geschreven, zowel voor het leerlingenboek, het extra materiaal als de toetsen, zijn gelabeld. In het leerlingenboek staan de verschillende categorieën (nog) niet aangegeven; in de uitwerkingen en in de toetsen wel. Leerlingen maken dus een opdracht uit het lesboek en zien in de uitwerkingen per vraag welke categorie volgens de indeling van Bloom aan de orde is. Hierdoor kan de docent leerlingen met een achterstand gerichter ondersteunen. Ook naar ouders toe geeft de taxonomie van Bloom duidelijke informatie over de vaardigheden die hun kind al beheerst en waar het nog aan moet werken.

Geen enkele classificatie is perfect. Wij vinden dat de classificatie van Bloom heel goed aansluit bij het vak Nederlands, bij onze methode en bij de vaardigheden die onze doelgroep moet leren beheersen. Een van de redenen om met deze taxonomie te werken is dat ze uitgaat van zes niveaus en daarin ook de kennisniveaus creëren en analyseren voorkomen. Twee zaken die bij het vak Nederlands veelvuldig aan bod komen. Dit geeft ons meer mogelijkheden om opdrachten te labelen. Bloom kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan creatief schrijven, aan opdrachten waarbij de leerling van begin tot eind een product ontwikkelt. Ook opdrachten waarbij het analytisch denken ontwikkeld wordt, kunnen zo gelabeld worden. Deze executieve functie leren we stap voor stap met behulp van goed gestructureerde opdrachten en checklisten aan. De methodiek in Station is cyclisch en daarmee overzichtelijk voor leerlingen.

Niet alleen voor de dagelijkse lessen, ook voor bijlessen Nederlands geeft de classificatie van Bloom een houvast. Valt een leerling op een categorie uit, dan is het verstandig om eerst een stap terug te doen, opdrachten uit een lagere categorie te maken en zo de basis op orde te brengen, voordat de leerling weer aan de wat lastiger opdrachten gaat werken.

Een tip voor docenten die de toets digitaal willen afnemen: in een toetssysteem als Quayn kan per vraag de categorie van Bloom worden aangegeven. Dit geeft na afloop van de toets niet alleen een duidelijk overzicht van de vaardigheden die een individuele leerling beheerst, maar ook antwoord op de vraag hoe de toets per klas is gemaakt. Dit biedt de mogelijkheid om onderdelen die de klas onvoldoende beheerst gerichter te herhalen.

Wilt u meer weten over de methode Station voor het vak Nederlands? Neem dan contact op met uw accountmanager. Wij denken graag met u mee. Onze ervaring is dat een kort telefoontje of mailtje al een groot verschil kan maken.

Close
Go top